Het kaakgewricht is het meest gebruikte gewricht van het lichaam.
Normale werking van de kaak
Werking van de kaak
Het bestaat uit de onderkaak, de bovenkaak, en een discus tussen de onder- en bovenkaak. De bovenkaak zit vast en kan niet bewegen. De onderkaak kan open. Hierbij bewegen altijd zowel het linker als het rechter kaakgewricht. In rust raken de tanden elkaar net niet. De onderkaak hangt als het ware aan de kauwspieren. Om de kaak te sluiten, spannen deze 3 kauwspieren aan: masseter, temporalis en pterygoideus medialis. Om de kaak te openen, ontspannen deze 3 spieren en spant de pterygoideus lateralis aan.
Wat gebeurt er tijdens het openen en sluiten met het gewricht en de discus?
Bij ongeveer de eerste 20mm van het openen van de mond kantelt de onderkaak. Om verder te kunnen openen moet de discus samen met de onderkaak naar voren schuiven. De discus blijft op het kopje van de onderkaak om wrijving te voorkomen. Bij het sluiten van de kaak schuiven ze samen terug.